[Volzin]
Door Marieke van Willigen
CDA's voorzitter Ruth Peetoom nam
deze zomer afscheid als domina van de 'Klaaskerk' in Utrecht. Ze
maakte de switch van geestelijk voorganger naar politiek leider. Een
gesprek over God, spiritualiteit en wortels.
Ze woont in een huis van bezige mensen.
Een kinderxylofoon met het stokje er half op, in de hoek van de
huiskamer een spinet. In de keuken slingeren kranten en een
kindertijdschrift. En achter de keukendeur hangt een planbord waar
alle vijf gezinsleden hun activiteiten invullen. Peetoom bestiert
samen met haar partner Renee Paas een drukke mini-samenleving.
Uit wat voor nest komt u?
“Mijn ouders waren Gereformeerd. En
'Gereformeerd' is veel praten, debatteren en discussiëren. Mijn
vader en moeder waren sociaal betrokken en ruim gelovig. Ze waren
bewogen met de maatschappij en hadden een positieve levenshouding.
Mijn nest was liefdevol en vrolijk. En dat is een mooie basis in het
leven. Ik heb nog een jongere broer en een zus. Mijn broer werkt bij
de NS en is raadslid van de PvdA. Hij heeft er bewust voor gekozen om
de politiek naast zijn werk doen. Mijn zus is journalist. Die
nieuwsgierigheid naar de wereld en die openheid hebben wij
meegekregen van thuis. En ook de liefde voor mensen. We geven dit
alle drie op een eigen manier vorm. Dat verbindt ons enorm.
We woonden in Veendam en Pekela. Je had
er hele lange, rechte kanalen. Fietste ik de 16 kilometer naar
school, hoefde ik maar twee keer de bocht om. Oost Groningen is de
schoonheid van de leegte. Ik heb er een waanzinnige tijd gehad. Mijn
schoonouders komen uit de Veenkoloniën. Als we elkaar weer zien,
zeggen ze: “Bist du daar, mien laiverd?” Dat voelt heel warm en
dicht bij. Mijn moeder is een domineesdochter. Maar ik had vroeger
niet de intentie om dominee te worden. Na mijn eindexamen heb een
rondgang gemaakt langs alle studies die met talen en mensen te maken
hadden. Ik heb zelfs nog Japans overwogen en modern-Grieks. (lacht)
Dat laatste zou op dit moment trouwens nog niet eens zo'n rare keus
zijn geweest. Bij de studie theologie kwam alles samen. Bovendien had
ik toen al de overtuiging dat geloof belangrijk is in een
mensenleven. De manier waarop je tegen dingen aankijkt, heeft alles
te maken met je geloof. Dat is een rode draad geworden in mijn leven.
En ook in mijn politieke keuze.
Bedoelt u dat 'geloof' in de brede
zin belangrijk is, of specifiek het christelijk geloof?
“Ik ben Christen. Ik geloof in de God
van Israël. Maar een overtuiging brengt niet met zich mee dat je
intolerant en onverdraagzaam bent. Ik wil niemand veroordelen of
buitensluiten. Een Christelijke geloofsopvatting is bijvoorbeeld dat
je er als mens niet toevallig bent. Je bent gewild en uniek. Het
leven is bedoeld voor liefde en het goede. Dat is iets anders dan
mensen buitensluiten of ombrengen. Je kan hier nooit gewelddadige
consequenties aan verbinden. Dat is voor mij de waarheid. Daar wil ik
voor gaan.”
Zendelingen probeerden ook mensen
tot de waarheid te bekeren. Het Christendom is daarin van oudsher
niet tolerant.
“Als je van iemand houd, ga je
ervoor. Als mensen me vragen wat me beweegt, dan zal ik ze dat
antwoorden. Ik geloof in de kracht van het vertellen over je eigen
drijfveren. Maar je mag nooit met dwang iemand tegemoet treden.
Moslims zijn dan ook welkom bij het CDA. We zijn geen
getuigenispartij, maar een beginselpartij. Als je onze uitgangspunten
maar deelt. Godsdienstvrijheid bij de CDA is heel belangrijk. Maar je
moet als gelovige of politieke partij geen pretenties hebben op dat
vlak. “Onze God is kampioen” is een hele desastreuze manier van
denken. Zo wil ik geen politiek bedrijven. Het gaat erom om dat ik
in het leven van hier en nu keuzes maak die aansluiten bij de
richting die Jezus wijst. En dat is de richting van naastenliefde,
gerechtigheid, streven naar vrede en soms stelling nemen.
Op de kansel in de Nicolaikerk heeft
u ooit gewaarschuwd voor de PVV. Waarom?
“Klopt, dat was de preek net na de
verkiezingen. Ik zou het nu zo weer doen, al ben ik wars van politiek
op de preekstoel. Op dat moment vond ik het opportuun. Ik vond dat ik
iets moest zeggen van het uitsluiten van de ander, van mensen met een
andere herkomst. Nederland moet historische gastvrijheid en openheid
bewaren. Niet anderen verketteren om waar ze vandaan komen of om hun
geloof. Ik vind dat predikanten best wat steviger stelling zouden
kunnen nemen. Maar dat hoeft niet per se langs partij-politieke
lijnen. Kerken hebben een soort verlegenheid om met politieke issues
om te gaan. Het riekt naar het wij-zij denken, en daar is de kerk
bang voor. Maar de kerk mag opstandig zijn. Nu hebben we een
coalitie met de PVV. Het kabinet is een feit. Dat de PVV de Islam een
ideologie noemt in plaats van een religie en daarmee de Islam als
geloof diskwalificeert, was voor mij een reden om daar op de
preekstoel iets over te zeggen.”
Terug naar uw
geloofsovertuiging. Lijkt u op Ruth?
“Op 'Ruth' uit
de bijbel? 'Ruth' betekent 'Vriendschap'. Dat was in Ruth's leven
heel belangrijk. Vooral de vriendschap met God. Voor mij is die
vriendschap met God ook essentieel. Dus als je naam je opdracht is,
vind ik dat een hele mooie. Het verhaal van Ruth spreekt me zeer aan.
Het gaat over trouw en over je eigen grenzen heenstappen. Ik ben blij
dat mijn ouders mij naar haar vernoemd hebben.”
Wie is God
voor u?
“De grond van
mijn bestaan. Liefde, geborgenheid, verbondenheid. Ik voel me geliefd
door God. Die liefde is ons als mensen meegegeven. En daarom moeten
we onze naasten liefhebben als onszelf. Je moet dus ook van jezelf
houden. God is geen persoon, maar wat ik bij God voel, is wel
persoonlijk. Ik praat met God onder de douche, op de fiets en in de
rij bij de supermarkt. Ik ben een tussendoorbidder. In een klooster
heb je dat intensieve ritme van bidden. Heel waardevol en rijk, maar
voor mij als tussendoorbidder werkt dat beklemmend. Die
tussendoorgebeden zijn korte ontmoetingen met God. Ze zijn bepalend.
Hoe
positioneert u zich tegenover God?
Als vriendin.
Omdat hij de grond van mijn bestaan is, voel ik verwantschap. Ik
ervaar een intens samen-zijn, maak soms zelfs grappen met God. Ik
voel diep respect. Ik ben een spiritueel mens. De werkelijkheid is
meer dan het platte aardse hier en nu. Daar hoort voor mij ook bij
dat ik ontvankelijk ben voor wat er in de wereld aan de hand is. In
Groningen begroef ik een meisje dat zelfmoord had gepleegd toen ze
acht maanden zwanger was. Ik was zelf net bevallen. Stijf van de
hormonen heb ik haar begraven in een eeuwenoud kerkje in de
provincie. Toen iedereen weg was, stond ik samen met haar man als
soort wachters bij het graf. Het was stil op het kerkhof. We hebben
geknield bij haar graf en hebben met onze handen de aarde op haar
kist geschept. Toen voelde ik: 'Hier is God.' Hij is er gewoon, in de
werkelijkheid van het hier en nu. Ik denk dat je daar als mens
ontvankelijk voor moet zijn. God is eeuwig. Dat staat in zo'n
contrast met de waan van de dag, die je ook in de politiek ziet. Ik
wil die ontvankelijkheid voor God en de eeuwigheid niet verliezen.
Wat is de rol
van Jezus in uw geloofsovertuiging?
God is voor mij
een aanweziger persoon dan Jezus. Ik vind het mooi aan de
drie-eenheid dat God op verschillende manieren de mensen tegemoet
treedt. Jezus heeft het leven geleefd zoals God dat voor ogen had.
Het ultieme mens-zijn wordt zichtbaar. Hij geeft gezicht aan God. De
Heilige Geest is de inspiratie, het enthousiasme en de vonk. In de
Klaaskerk hadden we verschillende stola's. Zelf heb ik er ook een
aantal. Die van Pinksteren is het mooiste. Hij heeft een grote
veelkleurigheid. Tongen van vuur in allerlei kleuren. Zo is de
mensheid ook, veelkleurig.
Pakt u ooit uw
oude beroep van dominee weer op?
“De rol van
partijvoorzitter is een tijdelijke. Ik weet nog niet wat ik daarna ga
doen, zover reikt mijn horizon niet. Maar ik ben altijd met hart en
ziel dominee geweest, dus het zou maar zo kunnen dat ik dat beroep
later weer oppak.
Ik preek nog
steeds. Pas nog, in Kampen. Maar het preken is nu anders dan vroeger.
De gemeenteleden luisteren anders naar je. Na afloop bij de deur
hebben de mensen het alleen nog maar over het CDA, niet over de
preek. Dat voelt niet goed. Want ik sta daar niet als voorzitter van
het CDA. Ik sta daar als voorganger. Die ervaring maakte me
verdrietig, want mijn geloofwaardigheid wordt op een andere manier
bekeken. Als ik preek, gaat het mij om de uitleg van de schrift. Die
andere benadering van mij als dominee, doet pijn. Dat is de prijs die
ik betaal als voorzitter van het CDA.
Niet de enige
prijs, trouwens. Ook voor mijn priveleven kost het
partijvoorzitterschap wat. Vier avonden per week eet ik niet thuis,
en mijn kinderen zijn nog klein. Dus de maaltijd is juist het moment
dat je ze ziet. Toch denk ik dat ik mijn werk als voorzitter van het
CDA moet doen, nu, op deze plek. Dat het wat kost, hoort bij het
leven. Het leven schuurt. Het Christendom erkent dat het leven
moeite in zich heeft. En als mens krijg je dingen aangereikt om je
weerbaar te maken. Door samen te zijn met anderen en door geluk te
delen. Dan kun je samen het donker te lijf.”
Kader 1:
Bio
Ruth Peetoom (44) was van 2006 tot
zomer 2011 predikant van de Nicolaïkerk ('Klaaskerk', in de
volksmond), een middelgrote PKN-gemeente in het centrum van Utrecht.
Vanaf april dit jaar is zij voorzitter van het CDA. Peetoom is
getrouwd met Renee Paas, oud-voorzitter van CNV en voormalig
CDA-wethouder in Groningen. Hij is momenteel voorzitter van
managersvereniging Divosa. Peetoom en Paas hebben samen drie kinderen
van 10, 8 en 6 jaar oud. Peetoom is geboren in Breda maar groeide op
in Groningen. Ze studeerde Theologie aan de Vrije Universiteit van
Amsterdam. Haar eerste baan was die van parttime-predikant in de stad
Groningen, die ze combineerde met de functie van Raadslid.
Kader 2
Ruth
Het Oud-Testamentische bijbelboekje
Ruth vertelt de geschiedenis van de niet-joodse overgrootmoeder van
koning David. Nadat haar man was overleden, ging ze met haar
schoonmoeder Naomi vanuit het eigen land Moab mee terug naar Israël.
Daar trouwde ze met de landheer Boaz en verwierf zich zo als
vreemdeling een plek in de Israelische samenleving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten