dinsdag 5 mei 2009

Trouw, 16 december 2003

Trouw, 16 december 2003

Gereformeerden / Spook op de rechterflank: kritiek van binnenuit

door Marieke van Willigen

Naast de nieuwe protestantse kerk in Nederland blijven er nog steeds veel andere protestantse kerken in Nederland. Daar zijn de 'gereformeerde gemeenten', de grootste onder de 'zwarte-kousenkerken'. Ook daar rommelt het, niet over homohuwelijk of vrouwen-in-het-ambt, maar over zondebesef en uitverkiezing. ‘Wij zijn toch geen kraslot.’

Het rommelt in de Gereformeerde Gemeenten, een ultra-calvinistisch kerkgenootschap met zo'n 100000 leden. 'Gergemmers' noemen ze zich, ze stemmen SGP, mijden wereldse geneugten en zijn zeer bezorgd over hun eeuwig heil. Journalist en filosoof Klaas van der Zwaag heeft de discussie erover in zijn dikke boek 'Afwachten of verwachten' opgerakeld, kritische symposia trekken volle zalen. ,,Nog altijd heb ik dat probleem met het zondebesef.''


Zondagochtend tien uur. De kerk van de Gereformeerde Gemeenten in Utrecht is vol. Het orgel speelt, de mensen zijn stil. Zwarte en donkerblauwe hoeden met wuivende veren, hier en daar een rode vlek van een kinderhoed. Dan zwijgt het orgel en komt de kerkenraad binnen, zwart geklede broeders met ernstige blikken. Een ouderling beklimt de preekstoel. ,,Vergeefs op bouwen toegelegd, vergeefs om het huis voltooid te zien, en wat er verder volgt in psalm 127 vers 1 en 2'', begint hij de leesdienst. Twee derde van de gereformeerde gemeenten bedient zich wegens predikantentekort van een gelezen preek. Die komt vaak uit de oude doos: hij is van ds. à Brakel (17de eeuw), Comrie (18de) of Spurgeon (19de eeuw). Ook de preken van ds. Gerrit Kersten, oprichter en boegbeeld van de Gereformeerde Gemeenten, vinden aftrek. Het kerkgenootschap op de verre rechterflank van het vaderlandse protestantisme kampt niet alleen met een predikantentekort, maar met een nog veel groter spook: kritiek van binnenuit. Een paar jaar geleden bezorgde -inmiddels ex-gergemmer- dr.ir. J. Blaauwendraad, hoogleraar in Delft, met 'De leer tegen het licht' de schrik in de benen. Deze zomer deed Klaas van der Zwaag het kerkgenootschap sidderen met zijn 1000 pagina's 'Afwachten of verwachten'; het boek (uitg. Jongbloed) is in herdruk. Reformatorisch Dagblad-redacteur en gergemmer Van der Zwaag schrijft over een dilemma waar welhaast elke geloofsgenoot mee worstelt: Ben ik bekeerd of niet en zo ja, hoe weet ik dat zeker? Zo nee, wat moet ik doen om Gods kind te worden? In jargon: hoe kan ik mij het heil toe-eigenen? Een ander woord voor dit innerlijke conflict is 'bevinding', en bevinding is van elementair belang in rechts-reformatorische kerken. Van der Zwaag: ,,Bevinding is dat je de genade van God niet alleen met je verstand ervaart, maar ook met je hart.''

Juist op dit punt begint zich een scherpe tweespalt af te tekenen binnen de gereformeerde gemeenten. Het ene kamp heeft een ultracalvinistische geloofsvisie en laat zich vooral bezielen door de rector van de eigen theologische opleiding van de Gereformeerde Gemeenten, ds. A. Moerkerken. Hij legt met zijn volgelingen het accent meer en meer op 'wedergeboorte door uitverkiezing. Deze geloofsvisie is niet erg vrolijk, want 'velen zijn er geroepen, doch weinigen uitverkoren'. Anders gezegd: weinig mensen zijn uiteindelijk voorbestemd om bij God te horen, de grote rest gaat naar de 'eeuwige rampzaligheid'. Ook de manier waarop je bekeerd wordt, geschiedt volgens een strak stramien waarvan 'ellende (ik ben een zondig mens), verlossing (gelukkig, God is mij genadig) en dankbaarheid (Hoera, ik ben Gods kind )' de kern vormen. Afwijkingen van dit stramien zijn veelal verdacht, omdat je het risico loopt 'met een ingebeelde hemel naar de hel te gaan'.


Het andere kamp binnen de Gereformeerde Gemeenten betwijfelt of deze nadruk op uitverkiezing wel de bedoeling was. ,,Wat is Christus zonder de beloften?'', vraagt een gergem-lezer zich in het RD af: ,,Zijn de beloften zelfs meer dan Christus? Wat kun je nog aanbieden? Slechts een 'kraslot': mogelijk dat je een prijs hebt. Een predikant weet evenmin wie wel of niet uitverkoren is.'' Kritische gergemmers organiseren symposia waar ze zich heroriënteren op geloofstheorie en -praktijk. Ook Van der Zwaag is daar van de partij. ,,Ik heb in mijn boek materiaal geleverd zonder mijn eigen mening. Ik merk dat de inhoud van mijn boek breed gedragen wordt, maar vooral door gemeenteleden. Ik krijg positieve reacties, van mensen van alle leeftijden. Ik zie wel dat dominee Moerkerken een bepaalde theologische lijn uiteenzet. En zo de rector, zo de studenten. Maar ik wil geen kritiek geven op de gereformeerde gemeenten als zodanig. Ik hoop dat er een proces van bezinning van binnenuit komt. Hoe dat afloopt weet ik niet, maar mijn boek voorziet in ieder geval in een behoefte.


Predikanten zijn er niet allemaal blij mee. Eén dominee raadde in de kerkbode zijn gemeenteleden af om zich ermee te vermoeien. 'Als het gaat om het heil van uw onsterfelijke ziel op weg naar de eeuwigheid heeft het geen waarde. Het brengt u alleen maar in de war'.'' Maar veel gergemmers laten zich niet meer dom houden. Professor Blaauwendraad is daar een voorbeeld van. Hij liet zich al eerder fel uit over de geloofsrichting die de rechterflank van de gereformeerde gemeenten inslaat. 'Buiten-bijbelse gezelschapspraat', sneerde hij drie jaar geleden in het RD, daarmee doelend op de zogenaamde standenleer, een nauwomschreven stappenplan voor de bekering. Blaaauwendraad keert zich tegen de volstrekt passieve rol die de mens daar krijgt toebedeeld. In de Utrechtse kerk klinkt geruis, als de preeklezer zegt: ,,Laten we de Here bidden om zijn onmisbare zegen.'' De meeste mannen gaan staan voor het gebed; de vrouwen blijven zitten. Hoofden met hoedjes knikken als sneeuwklokjes naar beneden, handen worden gevouwen. Dan komt wat gemeenteleden het 'grote gebed' noemen, een kwartier bidden, belangrijk deel van de liturgie van een kerkdienst van de Gereformeerde Gemeenten. Na het gebed volgt de preek die bijna altijd verdeeld is in drie punten. Het derde punt heet meestal 'de toepassing', in de praktijk is dat het bevindelijke gedeelte. De meeste mensen letten goed op bij het begin van de preek. ,,De bloedzuiger heeft twee dochters, Geef en geef!'' waarschuwt de ouderling. Na een minuut of tien dutten de eerste gemeenteleden in. Naarmate de dienst vordert, neemt hun aantal toe. Ze worden gewekt als psalmzang de preek onderbreekt. Dan volgt punt drie. ,,Bang is de tijd waarin wij met onze kinderen leven'', leest de ouderling.


Een beetje toepasselijk zijn deze woorden wel, want waar de kloof binnen de Gereformeerde Gemeenten toe zal gaan leiden, is onduidelijk. Een kerkscheuring, terwijl drie andere protestantse kerken net gefuseerd zijn tot de protestantse kerk in Nederland? Op de refowebsite www.omsionswil.nl laaien de discussies hoog op. ,,Ik kijk reikhalzend uit naar de Saambinder (landelijk blad van de gereformeerde gemeenten -MvW) van volgende week'', verkneukelt zich een forumbezoeker. ,,Ik vind dat Gereformeerde Gemeenten aan moeten kloppen bij diegenen die [buiten de protestantse kerk in Nederland] qua belijdenis de Nederlandse hervormde kerk willen voortzetten. Ik hoop en bid dat er een Nederlands-hervormd-gereformeerde-kerk ontstaat waarin de afgescheidenen kunnen weerkeren.'' Het van zolder halen van de Acte van Wederkeer (1907) stuit op bezwaren. Een bezoeker van de refosite: ,,Zoals de afscheiding niet ineens gebeurde, zal de wederkeer ook niet ineens gebeuren.'' Een derde gergemmer ziet juist mogelijkheden: ,,Boeken van Blaauwendraad en Van der Zwaag geven aan dat er beweging in zit. Ik sluit niet uit dat er een stroomversnelling komt waarin velen toch voor zichzelf een keuze maken. Maar ik denk dat vooral léden verschuiven, niet zozeer hele gemeenten.'' Hij krijgt de hand gereikt door een hervormde die niet meewil naar de PKN: ,,Laten wij de minsten zijn en zelf vragen om aansluiting.'' Een volgende internetter merkt zwartgallig op: ,,Kerken van deze stroming breken liever op een kleinigheid dan dat ze iets door de vingers zien voor een eenheid.'' Binnenkort een fusie tussen achtergebleven hervormden en bezwaarde gergemmmers? Klaas van der Zwaag houdt de moed erin. Hij hoopt dat leden van de Gereformeerde Gemeenten zich serieuzer gaan bezinnen op hun eigen wortels. Van der Zwaag: ,,We moeten terug naar de klassiek gereformeerde leer, naar de Reformatie.''

Geen opmerkingen:

Een reactie posten